Op maandag 22 januari 1990 om half zeven ’s avonds gaat de net vijftien geworden Anouschka Weezenbeek uit Budel van huis. Om een brief op de post te doen. In werkelijkheid heeft ze een afspraak met een vriendje, waar haar ouders niks van weten. Die avond komt ze niet thuis. Nooit meer. Precies drie weken later ziet een schipper haar lichaam drijven in de Zuid-Willemsvaart.
Lees hier het volledige artikel van Misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink